Weerman Johan Verschuuren uit Aarle-Rixtel promoot het Brabantse lied

'Ik ben vur 't Brabantse'

Aarle-Rixtel - Hij heeft al in alle kranten van Nederland gestaan, is bekend vooral van Omroep Brabant waar hij elke ochtend om kwart over negen zijn weerpraatje houdt. 'Van al die uitzendingen' en hij klopt het direct af, 'heb ik er nog niet een gemist. In 21 jaar ben ik nooit ziek geweest en nooit langer dan een dag van huis. Ik slaap niet op een ander.' De 68-jarige natuurman heeft zijn wijsheid niet uit boeken, maar van jarenlange zelfstudie. Hij wordt regelmatig gevraagd voor lezingen en is een vlot prater en verteller. Jarenlang verzamelde hij spreuken, en hij bedenkt ze ook zelf. Drie boekjes van zijn hand verschenen over dit onderwerp. De laatste tijd vertelt hij op de radio regelmatig over zijn uitstapjes, naar de voetbal in Aarle-Rixtel, maar vooral ook naar Brabantse avonden en optredens, want de Brabantse artiesten die kent hij allemaal en zij kennen Johan Verschuuren. 

door Jeanny Wouters ©

Zelf houdt ie alleen van Nederlandstalige muziek en daarom luistert ie alleen 's morgens naar Omroep Brabant. De piraten, de regionale zenders, daar wordt veel meer Nederlandstalig gedraaid, en ook Brabantse muziek. 'Da Engels' bromt ie 'daor geef ik niks om. We worden helemaal verengelst. Ik ben echt vur 't Brabantse. Er zijn grofweg zes dialecten in Brabant en ik kan ze precies traceren. "Het dialect gaat eruit" zeggen sommige mensen. Ik zeg van nie' zegt de man uit Aarle-Rixtel stellig. 'Onze jongens kennen twee talen, Nederlands en dialect. Onder mekaar praten ze plat. Waarom kinderen minder dialect praten? Da komt omdat er veel van het Noorden hier wonen, dan krijg je dat toch. Die kennen geen Brabants.' 


Natuur weerman

Het liefst praat ie over zijn hobby, passie en levenswerk: het weer. 'Ik ben een natuur weerman. Alles bekijk ik vanuit de lucht, wat ik zie, van vogels, dieren, luchtvormingen, winddraaiingen. Ik sta elke morgen om kwart over vijf op en dan ga ik tegenover het huis, op de speelweide zitten en dan luister ik. Ik luister waar het geluid vandaan komt. Want daar gaat de wind vandaan komen. Als het gras droog is, als er geen dauw ligt, dan komt er regen.' Die wijsheden schudt hij niet zomaar uit zijn mouw. Die zijn het resultaat van jaren bestuderen, van praten met oudere mensen die vroeger altijd naar de lucht keken om te zien wat het weer ging doen. 'Ik weet die dingen al vanaf m'n achtste jaar. 's Morgens was de lucht helemaal rood, en ik mocht niet naar school want ik moest mee hooien. 'Morgenrood brengt water in de sloot' zei ik tegen onze vader en ik kreeg een draai om m'n oren. Maar er kon niet gehooid worden, want het ging regenen die dag...'

17.000 Spreuken

Van jongsaf aan spaart Johan Verschuuren al spreuken. Zo'n 35 jaar geleden brak hij bij een ongeluk zijn rug; hij herstelde daarvan gelukkig, maar het kostte wel veel tijd. In die tijd ging hij de herkomst van de spreuken terugzoeken. Hij maakte er een boekwerkje van wat al voor 1980 verscheen. Het boekje was getiteld 'De weerkalender volgens eeuwenoude spreuken'. Een tweede uitgave kreeg als titel 'Weerspreuken' en de derde druk ging over de toonbank getiteld 'Het weer en de kalender volgens eeuwenoude spreuken'. Bij elke dag van het jaar een of een aantal spreuken, algemene spreuken, eeuwenoude maar ook zelfbedachte wijsheden. 'Als ik zelf een spreuk bedenk, dan laat ik die vijf jaar liggen, om te kijken of 't klopt. Ze moeten een haalbaarheid van 80% hebben. Ik heb wel 17.000 spreuken gehad, maar een heleboel heb ik eruit gegooid. Die bleken niet te kloppen.'
Op het moment van ons interview ligt er een laagje sneeuw, en Johan debiteert: 'als de sneeuw negen dagen zit, dan blijft het negen weken wit.' Persoonlijk verwacht de Brabantse weerman geen strenge winter. Dat leidt hij af uit de trek van de ganzen. 'Ik heb ze pas nog in v-vorm in noordelijke richting zien vliegen, en dat geeft geen winter die blijft. Heel veel ganzen zijn er nu in de Peel, in Brabant. De dieren vergissen zich niet. Je moet alleen leren wat ze bedoelen, daar heb ik jaren over gedaan, om dat te bestuderen. Bijvoorbeeld als kraaien allemaal rrrrr roepen, neem dan gerust een regenjas mee. En als ze met velen bij elkaar stil in een boom zitten, dan komt er echte kou.' Die wijsheden heeft hij van zelfstudie, maar ook van oudere mensen. 'Vroeger hadden ze geen weerbericht, en toch kregen ze het hooi droog binnen. Die weermannen hebben allemaal gestudeerd, ik ben de tweede van negen en mijn broers hebben ook allemaal gestudeerd. Ik ben maar een weermanneke, maar wel met anderhalf miljoen luisteraars...'

Brabant is anders

Hij kijkt ook altijd naar het weerbericht op de Nederlandse televisiezenders, maar dat klopt volgens hem niet voor Brabant. 'Brabant is toch iets anders. Zo mooi als 2003 hier geweest is, dat heeft niemand gehad, ook België niet. Ik had ook vaak contact met Armand Pien. Die zei altijd: "gij het 't moeilijker als ik. Komt 't bij mij niet uit in de Kempen, dan klopt het wel aan de kust of in de Ardennen." Maar in 2003 heeft Overloon bijvoorbeeld 2125 uren zon gehad, tegenover 1500 uren normaal! Het was vorig jaar de mooiste zomer vur ons in Brabant, de zonnigste zomer die er ooit geweest is, maar niet de allerwarmste.' Buiten een goed oog voor wat er om hem heen gebeurt, heeft Johan Verschuuren een fantastisch geheugen waar het weersomstandigheden betreft. Hij pakt er even een dichtbeschreven blad papier bij: 'het hele jaar 2003 viel er in Heeswijk Dinther 593 mm neerslag; in Ommel was dat 796 mm en het gemiddelde deze zomer was 800 mm. De laatste jaren is dat steeds 1000 mm!'
Elke ochtend om zes uur wordt hij gebeld door een aantal trouwe medewerkers, 22 in totaal. Verspreid over Brabant meten zij neerslag, nemen temperatuur op en andere waarden waarin de weerman geïnteresseerd is. 'Ze bellen als het geregend heeft, of gesneeuwd. Het moet wel via officiële mensen binnenkomen, dat 't klopt. Ze mogen niet jokken, dan gaan ze eruit.' Johan Verschuuren neemt zijn werk 100% serieus. Als ie niet zeker weet dat de doorgegeven waarden kloppen, dan neemt ie de standen niet mee. 'In de zomer bellen mensen mij vaak, "oh" zeggen ze dan, "bij ons was het veel warmer". "Waar hangt de thermometer dan? " vraag ik altijd. Blijkt ie boven de stoep te hangen. Een officieel weerstation moet op anderhalve meter boven gras hangen, omdat gras de temperatuur niet geleid en stenen wel, wist je dat?' Hij wijst op de zogenaamde 'weerhut' buiten op het grasveld. Het witte kastje is voorzien van geijkte meters voor temperatuur en luchtvochtigheid. 'Vanmiddag ga ik naar Diessen, op bezoek bij de heer Spierings. Die was 21 jaar geleden de eerste die weergegevens aan mij doorgaf.' Hij vindt het prachtig, de aandacht, het contact met de mensen.

Geen computer

Waar ie zijn populariteit aan te danken heeft weet ie zelf ook niet precies. 'Het heeft ermee te maken dat het weer op een andere manier gebracht wordt. Ge bent er dag en nacht mee bezig. Ik hou altijd de lucht in de gaten, ooit sta ik 's nachts om drie uur op, om te kijken of 't weer verandert. Ik heb geen computer, kan nergens op terugvallen, alleen op mezelf en de natuur. Als ik regen voorspel ben ik blij als ie valt. Ik moet 't van de natuur doen, begrijp ik 't nie goed, dan zit ik er langs, maar dan ben ik ook den eerste om dat toe te geven' meldt hij met een gulle lach. 'Plaatselijke buien is het moeilijkst. Mensen luisteren vaak niet goed. Dan bellen ze op, "Johan, ge zat er weer hillemol langs". En dan vraag ik, "wat heb ik dan gezegd." "Dat 't droog zou blijven, en 't hi geregend" zeggen ze dan. En dan heb ik bijvoorbeeld gezegd, droog met hier en daar een bui. En die bui viel dan bij hun.'
Over de natuur is hij zeer te spreken; over de milieumensen wat minder. Johan Verschuuren heeft zijn eigen mening over natuurbeheer. 'De natuur is op 't moment veel beter dan vroeger, veel meer groen en bomen. Meer aanplant door de overheid, er wordt meer rekening gehouden met de natuur. De landbouw komt tegenwoordig op de tweede plaats.' Dat vindt hij een prima ontwikkeling. 'Milieumensen zeggen nooit dat 't beter gaat. En het bos laten ze zoals het is. Maar bos moet bijgehouden worden zeg ik, anders worden alle bomen ziek. Evenwicht houden in de natuur is moeilijk. De natuur moet goed bijgehouden worden, anders overwoekert de brandnetel en de doorn. Die planten hebben ook nut, ze hebben geneeskrachtige werking, maar ze hoeven bij mij niet tussen de slaai te staan.'
Hij is de hele dag buiten. Zijn tuin is niet zo groot, maar hij heeft nog ergens een stukske grond. Buiten ziet ie wat er gebeurt. 'Ik moet ook onder de mensen zijn, daar kan ik ook veel van meenemen. Hoe lastiger ze zijn, hoe slechter 't weer wordt. Dat werkt op de mensheid, pijnen verdwijnen vaak na slecht weer. Daar ben ik echt op gaan letten.'

Gezellige mensen

Brabantse muziek, daar gaat Johan Verschuuren graag voor op pad. 'Die echte Brabantse avonden, die zijn altijd uitverkocht en vol. Allemaal gezellige mensen, die houden van die soort muziek. Ze zijn allemaal ouder dan 40. "Waarom komt de jeugd niet kijken?" vragen sommige mensen zich dan af. "Dat deden wij vroeger ook niet. Die komen wel als ze ouder zijn.' Is dan zijn antwoord. 'Bij Omroep Brabant zeggen ze wel eens tegen mij: "ik snap nie da gij overal heen kunt gaan". Als ik naar de luisteraar toe kan gaan, dan doe ik dat. Ik hou van mensen, er zijn veul goei en weinig koai.' De lezingen die Johan Verschuuren verzorgt gaan over de natuur, het weer en de mensheid. 'Ik heb zelf heel veul meegemaakt en ik kan goed met de mensen praten. Ze krijgen van mij raad vur niks. Ook veul zieke mensen geef ik raad, ik draai nergens omheen. Ik probeer de mens op z'n eigen gerustheid terug te brengen.'
Mensen vinden zijn telefoonnummer gewoon in het boek en als ze Omroep Brabant bellen kunnen ze het ook zo krijgen. Binnenkort heeft de weerman weer een lezing in Gelderland. 'Dan vragen ze ook wel eens of ik een Brabantse zangeres meebreng. Ik heb goeie contacten mee alle liedjesmensen. Ik promoot ze ook op de radio. En als ik zeg dat ik er naartoe ga, dan is het zo uitverkocht. Mensen willen oe zien. Ik praat met iedereen.' Een tijdje was hij ook te zien op de televisie waar hij een weerpraatje hield a la Piet Paulusma, op locatie. Dat heeft hij twee jaar gedaan. 

Fanclub

De weerman uit Aarle-Rixtel heeft het zelfs zover geschopt dat er een liedje over hem geschreven is. Het wordt gezongen door Ger van de Heuvel van De die en ik. Op de cd Gevuul staat het lied Ik ben een fan van Johan Verschuuren. Met gepaste trots laat Johan het horen; het is een komisch cabaretesk nummer en ook mevrouw Verschuuren kan er smakelijk om lachen. 'Er is zelfs een fanclub opgericht' glimlacht Johan Verschuuren fijntjes, 'mensen vinden da mooi.'
Ruim twee jaar geleden was er sprake van dat het weerpraatje van de zender zou verdwijnen. Half Brabant kwam in opstand en de directeur van Omroep Brabant greep persoonlijk in om het weer met Johan Verschuuren te behouden. 'Ik heb heel veel brieven van luisteraars gehad.' Het weerpraatje is verhuisd naar 09.15 uur, maar het bleef op de zender. Ondanks commentaar dat er te veel Brabants in zou zitten...
'Omroepmensen moeten meer onder de mensen komen' meent de weerman. 'Om te weten wat de mensen willen. Ge moet iets doen vur de mensheid op oe hand te krijgen, nie mee nonsens, eerlijk, en da wil ik ook.'


Johan Verschuuren uit Aarle-Rixtel verzorgt al 21 jaar het weerpraatje voor Omroep Brabant.

Naar boven

Terug naar interviews