Ger Coppens uit Boerdonk zingt Brabantse liedjes:

'Mee thuis moi gan zitte weze komde d'r nie'

Boerdonk – Maar liefst 8000 cd's verkocht Ger Coppens uit Boerdonk in de loop der jaren. Ze heeft er naar eigen zeggen gruwelijk veul vur gesjouwd. Want, zoals Ger het plastisch uitdrukt mee thuis moi gan zitte weze komde d'r nie. 'Zo'n dikke 20 jaor gao ik al rond.' Ger Coppens uit Boerdonk is een spraakwaterval. Als ze eenmaal begint te vertellen rolt de ene anekdote na de andere uit haar mond. Een gezellige vrouw die sfeer kan maken tijdens haar optredens, dat straalt er vanaf. En ze zingt in Brabants dialect, in onvervalst Boerdonks. Haar teksten schrijft ze zelf, en ze begeleidt zichzelf op de gitaar, zo eenvoudig muggelik. Tijdens optredens wordt ze vergezeld door Ad van Overdijk, een conganist, en onze Jan verzorgt 't geluid, munne mens.

door Jeanny Wouters ©

De spontane roodharige zangeres heeft last van een verkoudheid en keelpijn. Dat is niks als je moet zingen of optreden, maar gelukkig hoeft ze pas weer volgende week te zingen. Dus pakt ze een underberg en een pepermuntje. Ze verontschuldigt zich voor de rommel, want ze zijn bezig met een verbouwing. Het huis oogt vol, overal staan heiligenbeelden die Ger verzamelt. Haar man Jan verzamelt oude Engelse motoren. Samen hebben ze ook nog drie kinderen, waarvan alleen de jongste nog thuis woont. En plannen... Ze hebben net gevierd dat het café dat jaren in de familie van Ger was, door hen is aangekocht. Ze willen er opnieuw een herberg beginnen.

Dakconcert

De tekeningen liggen op de tafel waar we zitten. 'Wilde ze zien?' vraagt Ger direct. 'We hebben er nog een dakconcert gegeven twee weken geleden, en nu ligt het plat. Het pand is jaren in onze familie geweest; mijn opa had er een café, mijn vader, ik ben er opgegroeid. Maar toen ik een jaar of vijftien was, vroeg ons vadder of ik 't over wou nimmen. Ik heb toen nee gezegd. Ik ha toen al verkering mee onze Jan, we wilden een eigen zaak opbouwen in elektrotechniek en daarom zijn we getrouwd toen ik 19 was. We hebben ons volledig in 't bedrijfke van Jan gestort, da groeide, werd heel druk, 12 man personeel. Intussen kregen we drie kinderen, elke avond werd er overgewerkt.' 
De horecazaak werd verkocht door de vader van Ger, en later gesloten. 'Ik ben het gaan missen' zegt ze terugblikkend. Maar de toenmalige eigenaar wilde niet verkopen. Vijftien jaar is men aan het touwtrekken geweest, en uiteindelijk hebben Ger en Jan het voormalige café toch weer kunnen kopen. Dat vonden ze een mirakel, en daarom wordt dat de naam van hun nieuwe horecabedrijf. 'Het wordt helemaal weer in ouwe stijl teruggebracht tegenover de Servaas, wor ik al veul over gezongen heb.' Het is tevens het enige café van Boerdonk, een klein plaatsje vlakbij Beek en Donk en als je een bord mist ben je het al voorbij. 'We stoppen niet met optreden hoor' haast Ger zich te zeggen. 'Da is wel de praot. We moeten het natuurlijk wel beperken. As ge durdeweeks aan het werken bent, druk bent met de verbouwing, dan treden we alleen op zondag op. 'Ge bent gin 25 mir, ik word 50. Straks als we een café hebben is het 's zondags te druk, zal het meer doordeweeks optreden worden. En in onze eigen herberg natuurlijk!' Ze glundert al bij het vooruitzicht, heeft er duidelijk zin in. 'Ik ben daor geborre en opgegroeid. Ja, een deel van m'n jeugd zat ik op 't internaat bij de nonnen, mar ik heb er echt wel m'n jeugd durgebracht. Ik verzon als kind al altijd liedjes, thuis in de kroeg. Ze han gin tijd vur mijn, en ik vermakte m'n eigen daarmee, liedjes en versjes maken, luisteren. Ik praot veul, mar kan ok hil goed luisteren.' 

Gebarsten gitaar

Jaren geleden kreeg Ger met moederdag van haar man een nieuwe gitaar, omdat de oude gebarsten was. 'Ga iets vur oe eige doen, ge doet te veul' zei de man van Ger. Ze begon weer met spelen, liedjes schrijven en zingen. En af en toe eens optreden, op school, voor de KVO. In 1990 verscheen haar eerste lp met eigen teksten Van Binnenuit getiteld. Ze was de eerste vrouw in Brabant die in dit genre optrad. 'Op dat moment lag alles plat qua Brabantse muziek' herinnert Ger zich. 'In Deurne en Helmond hadden ze dat al gehad, nadien is het in Den Bosch en die kanten weer begonnen.' Ze reisde festivals af, Dommelvolk, de Ploegadoers, Peter Aarts noemt ze als favorieten uit die tijd. 'Het was iets van mezelf, mun innigste hobby toen. Ik was wel wa bleu in die periode, ge moet da leren, leren mensen te vermaken. Peter Aarts is vur mèn een vurbild, een Piljongen, ok 'n bietje bleu. Daor keek in tegenop, die heb ik echt bewonderd. Toen heb ik een liedje vur 'm gemakt en samen mee 'm opgetreden, een heerlijke middag, eerlijk, puur. Da lupt hil lekker! En ok mee Kwartjesvolk heb ik wel opgetreden, ik wil liefst mee irlukke mensen op 't podium staan.' 
Ze bleef optreden, haar tweede lp verscheen in 1994, Lèvenswijzer en later werd deze ook op cd uitgebracht. In 1998 kwam er een mini kerstcd Hevvie Krismis en de vierde cd verscheen in 2000: Tussenland. Die laatste vindt ze tot op heden zelf de mooiste. Ze brengt al haar cd's uit in eigen beheer en neemt ze op in een studio in Gemert. Van de eerste twee cd's verkocht ze maar liefst 8000 exemplaren! 'Allemol zelf' legt ze de werkwijze uit, 'ik heb er gruwelijk veul vur gesjouwd. Mee thuis moi gaan zitte weze komde d'r nie. De miste cd's verkoop ik mee 'n optreden zelf. Maar tegenworrig bellen de Music Store en Van Leest ok, kik, dan bende 'r.'

1000 procent

Altijd heeft ze veel moeten werken en sjouwen. 'Ik was wel enigs kind, maar nie verwend. Ik zet me vur 1000 procent in' zegt ze vol overtuiging. Ze herinnert zich een optreden in het Turfschip in Breda, voor 1000 vrouwen van de KVO. Tijdens die middag sprak ook Elsemarie van den Eerenbeemt, bekend gezinstherapeute. Ze ruilde een boek tegen een cd. 'Leuk mens, die Elsemarie. Ze had iemand bij die boeken voor haar verkocht en die zette een toffel in de gang en dur ben ik bij gaon zitten. Bijna vijfhonderd cd's heb ik verkocht, normaal heb ik er nooit zoveul bij, mar ik had zo'n vurgevoel. Da zèn hil leuke dingen.'
Ze vertelt over de slijter uit het dorp die ze verraste met een speciaal voor hem geschreven lied, over de benefiet optredens voor Rooie Kruisen, 'heerlijke volk, wel kritisch. Dees jaor heb ik gezongen op dun boot. Ze zaten te kaarten en spellekes te doen. Ik zee "die kaort van toffel af". De mensen lachen, dan is 't al klaar, geweldig. Zowe komde vanalles tegen. Skon wa ge zo meemakt. Gin podium, zelf iets verzinnen, de zaal umbouwen.' 

Behoorlijk beschaafd

Ger Coppens praat spontaan dialect. 'Ik praat altijd plat' legt ze uit. 'Maar sommige liedjes zijn toch behoorlijk beschaafd Brabants. Die zing ik vur import, vur mensen van boven de rivieren. Die hebben ok recht om 't te verstaon.' Als voorbeeld van te veel dialect haalt ze Rowwen Hèze aan. 'Daar moeten tekstboekjes bij. Wij verstaon 't nogal lichtelijk, maar d'r zèn 'n hoop mensen die 't nie verstaon. Friezen zijn er trots op da niemand hun verstaat, dat vind ik arrogantie. Frank Boeien, ik verstao um nie, da's goddelijk sund. Ge moet 't wel kunnen verstaan!' Maar ze relativeert direct door te stellen: 'ge kunt 't nie iedereen nar de zin maken.' En meteen illustreert ze dit met een grappig voorval, meegemaakt in Limburg tijdens een optreden ter gelegenheid van de internationale vrouwendag. 'Ik had net de afspraak om op te treden vastgelegd toen ik werd teruggebeld. "In welke hoedanigheid treedt u op?" Nou, ik leg uit dat ik liedjes zing met gitaarbegeleiding, congabegeleiding door Ad en techniek door Jan. Nou, daar mochten dus geen mannen mee. "Dan kom ik niet," heb ik gezegd. Daar moesten ze dus over vergaderen en uiteindelijk streken ze met hun hand over het hart. Maar de hapjes en consumptiebonnen, die waren alleen vur mij! Daar heb ik moeite mee gehad. Elke pauze moesten de mannen de zaal uit. En na afloop kwamen ze vragen hoe dat toch kon, dat die mannen liepen vur mij? Da vin ik echt overdreven. Mar zowe komde vanalles tegen.'

Boerring

De plaats waar ze woont, Boerdonk, is echt haar thuishaven. Boerring zeggen ze daar. 'Wa doe ik nog hier in da gat eigenlijk? heb ik mezelf wel eens afgevraagd. Mijn vriendinnen zijn allemal weg. Ik heb de keuze gemaakt hier in da gat te blijven wonen. Wa mak 't ok uit, ik zit lekker te wonen. Ach, ik heb 't wel nar m'n zin, ik wor hier wel oud. Ik ben gin vakantiemens, heb thuis d'n aord. Ik klieder wat, met woorden gooien, wat schrijven. Met m'n honden heb ik veul op.' Het schrijven van liedjes is een verhaal apart. 'Mensen zijn mijn inspiratiebronnen. Mar ge kunt nie vur iedereen schrijven.' Over en voor haar jongste zoon schreef ze het liedje Menneke. Over haar moeder kon ze pas een lied maken toen die overleden was. Vur onze Jan schreef ze een liefdesliedje en over haar tweede dochter ontstond het lied pas toen ze de deur uit was, toen er wat afstand was. 
Tijdens het interview wordt ze gebeld of ze wil meewerken aan een verzamel cd, haar liedje Den Bevert zou er op moeten komen. Ze wimpelt het kordaat af. 'Ge moet wel leren daarmee um te kunnen gaan.' Ze schrijft liedjes voor eigen cd's, wil niet dat anderen ermee aan de haal gaan. Ger Coppens weet wat ze wil, en gaat vervolgens recht op haar doel af. Optreden, dat doet ze graag. 'Inlaaien, uitlaaien, opbouwen. Naderhand friet eten. D'r zit overal schon volk.' We ziet ze duidelijk verschillen in de mentaliteit van de mensen, haar publiek. Rond Breda en Eindhoven, in De Kempen en in de buurt van Roosendaal zijn de mensen gezellig. In Den Bosch een stuk arroganter en in Boxmeer banger. 'De sfeer dorrumhinne' dat verschilt volgens Ger veel. Maar al met al vindt ze het nog steeds geweldig om te doen, optreden. ' Ik doe 't gruwelijk gèr.


Ger Coppens en haar hondje Lennen, dat altijd mee mag naar optredens.

Jan en Ger Coppens en Ad van Overdijk vormen al tien jaar een onverwoestbaar trio; Jan doet de techniek, Ger zingt en speelt gitaar en Ad zorgt voor het ritme met conga's.

Naar boven

Terug naar interviews